Vandaag en morgen neem ik jullie mee in mijn zwangerschapsverhaal in de laatste dagen voor de bevalling begon. Vorige week verhuisden we naar een camping in de buurt, vanwege de renovatie in onze flat. Daar leek ik meer te kunnen uitrusten, maar tegelijkertijd was ik ook erg alleen. Dat alleen zijn bleek maar van korte duur. Want nog voor de renovatie in onze woning begint, krijg ik extra checks in het ziekenhuis, omdat ze zich ook daar zorgen beginnen te maken.
Lees hier deel 1 – Zwanger in het ziekenhuis
Lees hier deel 2 – Zwanger en tegenslagen
Lees hier deel 3 – Zwanger en alleen
Lees hier deel 4 – Zwanger en verhuizen naar de camping
Dinsdag 11 maart 2014
Voor een nieuwe controle, rij ik zelf naar het ziekenhuis. Ik begin te wennen aan de medicatie om mijn bloeddruk lager te krijgen en val dus niet meer in slaap na het innemen van de pillen. Autorijden durf ik nu wel weer aan. Het zorgt ervoor dat ik iets meer vrijheid heb. Maar verder dan het ziekenhuis kan ik sowieso niet. Ik voel me te slecht om iets anders te doen.
De uitslag van de controle is twijfelachtig. De eiwitten in mijn urine zijn niet meer geworden, maar omdat ik zo vreselijk veel vocht vasthoud en ook weer regelmatig sterretjes zie en een drukkend gevoel onder mijn borst heb, besluiten ze toch even een echo te maken. Ondertussen schiet me nog te binnen dat ik wel eens vocht in mijn ondergoed voel. Niet veel, maar ik vraag me af of dat misschien afscheiding is ofzo, nu de zwangerschap toch richting het einde loopt. Volgens de echo doet de baby het goed. Hij beweegt en zijn hartslag klinkt prima. Maar met mijn verhaal over vochtverlies kijkt ze nog even extra goed naar het vruchtwater. Ze doet een meting en direct wordt ik naar de verloskamers gestuurd op 2 verdiepingen hoger. Het lijkt erop dat het vruchtwater is, gezien de hoeveelheid vruchtwater in mijn buik te weinig is.
Daar lig ik dan. Helemaal in mijn eentje op de verloskamer. Joost is gewoon op zijn werk, want hij is al zo vaak weggebleven van zijn werk, dat we liever hebben dat hij zijn dagen kan sparen voor de weken na de bevalling. Als ik hem bel, zorgt hij dat hij stand-by staat. Opnieuw word ik aan de CTG gehangen en een verloskundige komt later controleren of ik al ontsluiting heb. Dit is niet het geval. Mijn baarmoedermond begint wel te verweken, maar ze verwacht niet dat de bevalling snel zal beginnen. Na een korte check van het vochtverlies, blijkt dat het geen vruchtwater is en kan ik met een gerust hard weer naar huis terug.
Ergens ben ik teleurgesteld. Ik voel me zo beroerd, dat van mij de bevalling nu wel mag beginnen. Ook al weet ik dat het beter is voor de baby om nog te blijven zitten. Ik ben klaar met het zorgen maken. Als de baby eruit is weet ik tenminste zeker dat ze hem 24/7 in de gaten houden de eerste periode.
Donderdag 13 maart 2014
Omdat ons huis vanaf volgende week gerenoveerd wordt, moeten we nog wat dingen anders zetten in huis. De keuken, badkamer en wc moeten helemaal leeggehaald worden. En dat is nog een beste klus. Ik besluit mee te gaan met Joost, om hem te helpen waar ik kan. Maar ik kan niets. Bij alles dat ik doe krijg ik pijn, of een licht gevoel in mijn hoofd. Ik moet dus op de bank gaan zitten en daar besluit ik wat filmpjes te kijken die de lactatiekundige me heeft gestuurd. Zo kan ik leren kolven voor de bevalling. Hier mag ik op 20 maart mee starten van de gynaecoloog. En thuis hebben we natuurlijk gewoon internet. Dus ik doe online een beetje sociaal terwijl Joost de benen onder zijn lijf vandaan rent om alles klaar te krijgen.
Ook ben ik 36 weken zwanger vandaag. Iedere week weer vind ik de donderdag erg speciaal. Vooral omdat we 3 weken geleden nog dachten dat ik deze termijn niet zou halen.
Zaterdag 15 maart 2014
Ook vandaag gaat Joost weer hard aan de slag in ons huis. Hij krijgt hulp van mijn moeder en stiefvader. Alle gordijnen worden weggehaald en mijn moeder maakt alvast de losgekoppelde apparaten schoon. Ik trek het niet om mee te gaan. Maar zit dus ook niet echt rustig op de camping. Met de wetenschap dat er drie mensen heel hard aan het werk zijn in je huis, terwijl je zelf niets kunt en maar gewoon moet hopen dat het goed gebeurd, kan ik gewoon niet rustig blijven. Ik ben erg verdrietig vandaag. Zou willen dat het klaar is allemaal. Soms vraag ik me af waarom we dit ook alweer wilden allemaal. Maar als ik dan even later een trappelende baby in mijn buik voel, besef ik me ook weer waar we het voor doen.
Maandag 17 maart 2014
Om het vocht in mijn handen te laten bewegen, zodat het niet tussen mijn gewrichten blijft zitten en dus pijn gaat doen, haak ik veel. Mandjes, dekentjes. Van alles. Meestal haak ik iets en haal ik het aan het eind van de avond weer uit elkaar omdat het niet naar mijn zin is. Joost is vanavond de allerlaatste dingen in huis klaar aan het maken en laat een sleutel achter bij de bouwvakkers. Morgenochtend begint de renovatie. Ik mag vanaf nu van de gynaecoloog en Joost niet meer in ons huis komen. Gewoon om het allemaal maar niet te hoeven zien. Dan hoef ik me er ook niet druk om te maken.
Maar hoe je het ook went of keert. Het houdt je bezig. Het idee dat er tientallen bouwvakkers je huis in en uitlopen en daar de hele tent afbreken en weer opbouwen is gewoon niet fijn. Maar ik moet me eraan overgeven. Ik kan er toch niets aan doen. Morgen is het 18 maart. Ik roep al een aantal weken dat ik verwacht dat dit mijn bevaldatum gaat worden. Ik besluit dus bijtijds naar bed te gaan. Misschien moet ik wel heel hard werken morgen en dan kan ik alle extra beetjes energie natuurlijk goed gebruiken.
Dinsdag 18 maart 2014
We krijgen het bericht dat de renovatie is begonnen in onze woning. Gelukkig heb ik niet veel tijd om me daarmee bezig te houden. Ik moet namelijk voor een controle naar het ziekenhuis. Weer ga ik alleen. Joost kan vandaag niet mee, omdat hij een cursus heeft. Ik ben me alleen maar slechter gaan voelen afgelopen nacht en maak me zorgen over of de baby nog wel genoeg beweegt. Als ik op weg naar het ziekenhuis “mijn” nummer draai en de baby niet reageert, wat hij normaal altijd doet met deze muziek, weet ik dat het foute boel zou kunnen zijn. Bij het aanmelden zeg ik dus gelijk dat ik de baby nog niet heb gevoeld de afgelopen uren en direct mag ik gaan liggen voor een CTG.
De CTG is niet goed. De baby is te rustig en de verpleegster komt me steeds gerust stellen. Althans. Dat probeert ze. Waar ik normaal een half uur aan de CTG lig, moet het nu bijna anderhalf uur. Pas de laatste 20 minuten lijkt de baby weer normaal te doen. Voor de zekerheid moet ik gelijk naar het lab om bloed te prikken en ondertussen kijken ze mijn urine vast na. Mijn bloeddruk is ondanks de bloeddrukverlagers weer veel te hoog. 150/105. Als ik vervolgens in gesprek ben met de gynaecoloog vraag ik haar wanneer het genoeg is. En wanneer ze gaan besluiten me te helpen. Ik krijg als antwoord; “Zolang je baby het nog zo blijft doen, grijpen we niet in”. Ik begrijp er helemaal niets van. De CTG was niet goed, dus waarop wachten ze? Tot hij echt niet meer beweegt en het misschien te laat is? Of als ik zelf het loodje leg? Ik ben erg boos op de gynaecoloog en zeg dit tegen haar. Zij doet het af met “de zware laatste loodjes”. Donderdag moet ik maar weer voor een extra controle komen. En ik krijg nog te horen dat ik de baby per 24 uur in elk geval 8 keer moet voelen. Dus ik moet gaan turven. Voel ik hem 7 keer of nog minder, moet ik terwijl ik al in de auto zit bellen dat ik eraan kom.
Welja, zo ga ik natuurlijk lekker gerust naar huis, maar niet heus. Huilend bel ik naar Joost en later naar mijn moeder. Niemand begrijpt waarom er niet wordt ingegrepen. Mijn lichaam geeft duidelijk aan dat het genoeg is geweest, maar weer laten ze me naar huis gaan. Ik huil mezelf thuis in slaap en word redelijk rustig aan het eind van de middag weer wakker. Terwijl ik nog even lekker op bed lig kan ik goed contact maken met de baby. Dat stelt me gerust.
Als ik op mijn telefoon kijk, zie ik dat ik 4 oproepen gemist heb van een onbekend nummer. Ook de voicemail is ingesproken. Het blijkt de gynaecoloog van vanochtend te zijn. Ze heeft nog even overleg gehad met haar supervisor en ze maken zich toch zorgen. De eiwitten in mijn urine lijken op te lopen, maar omdat ze twijfelen of het een zwangerschapsvergiftiging is moet ik naar het ziekenhuis komen om een urinecontainer op te halen. Dan kan ik 24 uur lang urine opvangen. Dit moet ik donderdag meenemen naar de controle. Ook moet ik vanaf vanavond een dubbele dosering bloeddrukverlagers innemen. Om zo mijn bloeddruk weer te stabiliseren.
Dus ik loop aan het begin van de avond de afdeling met de verloskamers op. Het is er rustig. Een mooie avond om te bevallen dacht ik nog. Maar met een lege urinecontainer keer ik weer terug naar huis. 18 maart is duidelijk niet de geboortedag van onze zoon. Maar ik hoop wel dat ik deze route naar de verloskamers binnen nu en heel snel weer mag lopen. Of zittend in een rolstoel. Na het innemen van de dubbele dosering bloeddrukverlagers val ik aan het eind van de avond zen in slaap. Goede drugs zijn die pillen. Ik wist niet dat dit voorlopig de laatste nacht zou zijn dat ik redelijk rustig zou slapen…
]]>