Tag: ontwikkeling

  • Zindelijk in 5 stappen

    Zindelijk in 5 stappen

    Vroeg of laat is het zo ver. Je kleintje wordt zindelijk. Het is klaar met de luiers en een nieuwe fase breekt aan. Het ene kind is met 1,5 jaar al zindelijk, terwijl de ander vlak voor zijn of haar 4e verjaardag pas zindelijk wordt. Hier is geen goed of fout bij. Want feit blijft; kinderen worden pas zindelijk als ze er zelf aan toe zijn. Wel kun je het natuurlijk stimuleren. Met deze 5 stappen is je kind binnen no time zindelijk.

    Wat is zindelijkheidstraining?

    Bij een zindelijkheidstraining leer je je peuter om niet meer in de luier te plassen of poepen, maar dit op te houden en op het potje of het toilet te doen. Dit is een kwestie van oefenen. Het ene kind heeft het heel snel door en gebruikt binnen enkele dagen al geen luier meer, terwijl het andere kind er een langere periode voor nodig heeft om het goed aan te voelen.

    Op welke leeftijd begin je met zindelijkheidstraining?

    De beste leeftijd om te beginnen met zindelijkheidstraining is tussen de achttien en twintig maanden, omdat kinderen dan erg leergierig zijn. Maar het geeft ook niet als je pas later start. De meeste basisscholen willen wel graag dat een nieuwe kleuter (dus wanneer je kindje vier is of bijna wordt), al zindelijk is. Kleuterjuffen en meesters hebben weinig tijd om je kind te verschonen. En kunnen er zelfs voor kiezen om ouders op te bellen om een kind te verschonen. Het is dus verstandig om je kind al voor het op de basisschool gaat wennen, zindelijk te krijgen.

    In 5 stappen zindelijk

    Met het volgende stappenplan is het vrij eenvoudig om je kind zindelijk te krijgen. Je kiest er zelf voor op welke leeftijd je met de zindelijkheidstraining begint.

    1. Introduceer het potje

    Zet je kind op vaste momenten op de dag even op het potje of op de wc (hiervoor kun je ook een wc-verkleiner gebruiken). Bijvoorbeeld na het slaapje of een eetmoment. Op deze momenten heb je de grootste kans dat je kind moet plassen en/of poepen. Je kind hoeft nog niet te berijpen wat er op het potje van hem verwacht wordt. Tussendoor hou je de luier van je kind gewoon om. Het kan helpen om het moment op het potje of de wc gezellig te maken. Bijvoorbeeld door een liedje te zingen met elkaar, een boekje te lezen of samen een spelletje te spelen. Op deze manier wordt het potje een fijne plek voor je kind.

    2. De eerste plas op het potje

    Na een aantal keer, zul je merken dat er ineens iets in het potje ligt. Het is goed om op dat moment aan te geven dat je kind het goed gedaan heeft. Maar maak er geen enorm groot ding van. Zindelijk zijn is iets normaals. Dus ga niet gelijk belonen met stickers of andere beloningssystemen. Heeft je kind een keer een ongelukje, is dit helemaal niet erg. Straffen heeft dan ook geen zin. Je kunt beter ontspannen reageren en je kind alsnog op het potje zetten om uit te plassen of te poepen. Maar leg hier niet teveel druk op.

    3. Zorg dat het in je ritme terecht komt

    Zet je kind als onderdeel van de routine van je dag een paar keer per dag op het potje. Na de maaltijden of een tussendoortje en na het slapen. Verlang niet direct dat je kind dit op de kinderopvang ook al moet doen. Thuis eerst rustig aan wennen is het beste. En het geeft ook niet als het door een drukke planning een dag minder vaak lukt.

    4. Je kind vraagt zelf om het potje

    Naar mate het steeds vaker ‘per ongeluk’ lukt om op het potje te plassen, zal je kind er steeds vaker zelf om vragen. Het gaat aanvoelen dat er een plas of poep aankomt. Stimuleer dit ook en maak er alsnog een gezellig moment van. Als je de tijd probeert te nemen om er even naast te zitten. Zal je kind het als veilig beschouwen en steeds vaker goed aanvoelen wanneer er een plasje aan komt. Dit kan soms wat voeten in de aarde hebben, omdat kinderen regelmatig voor ‘niets’ op het potje gaan. Maar je zult merken dat het steeds vaker wel lukt.

    5. Zonder luier

    Voelt je kind steeds beter aan wanneer het moet plassen of poepen? Dan kun je ervoor kiezen om je kind zonder luier rond te laten lopen. Zorg ervoor dat het potje altijd in de buurt is en je kind zelf ook weet waar deze staat. Straf het niet af als er een ongelukje gebeurt. Maar zorg ervoor dat er voldoende reservekleding ligt. Even verschonen en een wasje extra draaien. Het helpt vooral om de sfeer positief te houden. En het te benoemen wanneer het goed gaat. Je zal merken dat het steeds makkelijker wordt om de deur uit te gaan zonder luier. Denk er wel aan dat je je kind even op het potje laat gaan voor vertrek.

    Wanneer is een kind dag en nacht zindelijk?

    Je kind is zindelijk als het op de dag zelf naar het potje of de wc gaat. En daardoor ’s nachts nauwelijks nog hoeft te plassen. Veel kinderen geven het zelf aan wanneer ze er aan toe zijn om zonder luier te slapen. Het kan helpen om een matrasbeschermer te gebruiken. Zodat, mocht er een ongelukje plaatsvinden, je het bed makkelijk kunt verschonen. Het kan tot een half jaar duren nadat je kind op de dag zindelijk is, tot het ’s nachts ook droog blijft. Het heeft dus geen zin om hier teveel in te pushen.

    Mijn kind is zindelijk, maar plast soms nog in bed

    Ook op latere leeftijd, bijvoorbeeld als je kind 6 is, kan het nog voorkomen dat er soms een ongelukje plaatsvindt in bed. Zelfs als het al jaren zindelijk is. Dit kan komen door spanning omtrent school, een scheiding, het overlijden van een dierbare of andere dingen waar je kind last van heeft. Bedplassen komt nog regelmatig voor bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Dit kan erg vervelend zijn. Maar is vaak op te lossen. Je kunt je kind als je zelf naar bed gaat, nog even wakker maken om naar de wc te gaan of een plaswekker kopen. Soms kan het ook een medische oorzaak hebben. Wanneer je kind er echt veel last van heeft, kan het daarom goed zijn om een afspraak met de huisarts te maken. Reageer in elk geval nooit boos als je kind in bed plast. Het is beter er niet teveel de nadruk op te leggen en het te negeren en verschonen.

    Wanneer was jouw kind zindelijk?

  • Peuterspeelzaal, waarom zou je ervoor kiezen?.nl

    Kinderopvang, verticale groepen, peuter groepen, peuterspeelzalen, gastouders.. Er zijn heel wat overwegingen die je kunt maken wat betreft kinderopvang wanneer je kindje een peuter is of wordt. Soms kan je dat zo intensief ervaren, waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Maar wees niet getreurd, want ik zet speciaal voor jou een paar belangrijke redenen om voor een peuterspeelzaal te kiezen op een rijtje. Ben je er klaar voor? Hier komen ze!

    Lees ook: Een gastouder of een kinderdagverblijf?
    Lees ook: Hoe gaat het op de peuterspeelzaal?

    Geschoolde leidsters

    Het spreekt voor zich, in de hele kinderopvang breed zijn goed gestelde eisen voor medewerkers die op de kinderen betrokken zijn. Zo ook binnen de peuterspeelzalen. Je kan met een gerust hart je kindje achterlaten in de handen van de pedagogisch medewerkers, die met liefde tijd met hem of haar doorbrengen. Naast de medewerkers, die prima weten wat zij doen, zijn ook heldere eisen over de locatie en andere regelingen binnen peuterspeelzalen die wettelijk zijn vastgesteld. Ben je daar benieuwd naar? Meer informatie vind je via deze link.

    Contact met leeftijdsgenootjes

    Dat je kind in contact is met andere kinderen, is voor veel ouders een belangrijk punt. Maar heb je er weleens over nagedacht wat het voordeel is wanneer het kind tijd doorbrengt puur met leeftijdsgenootjes? Het bijzondere aan een groepssamenstelling puur bestaande uit peuters, is dat deze op onderzoek gerichte, nieuwsgierige kleine mensjes elkaar triggeren om het beste uit zichzelf te halen. Meneer ziet een mooie auto en wil er een parcours mee rijden en mevrouw bedenkt zich geen seconde en rijdt er met de trein achterna. Maar hee, dat kan toch niet volgens meneer, want een trein rijdt niet op de weg. Heerlijk, van elkaar leren en samen ontdekken. Prachtig toch?!

    Goede voorbereiding op de kleuterklas

    Peuters krijgen binnen de peuterspeelzalen een prachtige basis mee waar ze zeker profijt van hebben wanneer ze ein-de-lijk naar school mogen gaan. Binnen de peuterspeelzaal leren de kinderen op elkaar te wachten, met de groep mee te doen, te luisteren naar elkaar, op hun beurt te wachten, maar ook hoe fijn het is als de groep naar jóu luistert en op jóu wacht. Je hebt elkaar nodig. Een ander mooi punt is, dat de peuterspeelzaal ook als vroegsignalering kan dienen. De leidster is betrokken op je kind en volgt de motorische ontwikkeling, sociale ontwikkeling, woordenschat en het gedrag van je kind nauw. Valt er iets op? Dan zal ze het met je bespreken. Het is leerzaam om te zien hoe jouw kind zich gedraagt buiten huis. Extra waarnemingen met betrekking tot de ontwikkeling van je kind kunnen zeer prettig zijn!

    Lees ook: Back to School; Inhoud van Luuk’s schooltas

    Ontwikkelen van zindelijkheid

    Laten we eerlijk zijn, het is best fijn als je kind zich zo snel mogelijk ontwikkelt op het gebied van zindelijkheid (op zijn of haar tempo, uiteraard). Het mooie is, dat er binnen peuterspeelzalen goed doordacht op dit thema ingespeeld wordt. Daarnaast is het voor kinderen ook zeer relevant en realistisch: ‘ik kan al zonder luier’, zegt ze trots als ze binnen komt rennen. ‘Oh’, denkt hij ‘Ik heb wel een luier’. De kinderen houden elkaar scherp, en motiveren elkaar om eigenlijk de luier niet meer te hoeven gebruiken. Voor je kind leerzaam, voor jou ook best fijn ;).

    Contact met andere ouders

    Als extra toevoeging: De peuterspeelzaal is niet alleen maar leerzaam voor je kind, ook voor jou! Je komt andere ouders tegen, die in een vergelijkbare fase zitten. Wellicht hebben zij ook ideeën over het naar bed brengen, samen eten, naar school toe leven … Maak er gebruik van 🙂

    Welke redenen om voor een peuterspeelzaal te kiezen wegen of wogen voor jou zwaar mee? Deel ze met ons hieronder in de reactie, wij zijn benieuwd!

  • Leren fietsen zonder zijwieltjes, hoe en wanneer?.nl

    Het heeft een tijdje geduurd, maar sinds een paar weken kan Luuk dan toch echt zonder zijwieltjes fietsen. Hij had er al langer interesse in en vroeg wel eens of zijn zijwieltjes eraf mochten, maar als het dan wilden doen, krabbelde hij toch terug. Tot hij ineens een vlog keek waarin een kind zonder zijwieltjes leerde fietsen. Hij wilde het ook. We twijfelden geen moment, haalden de zijwieltjes eraf en gingen met hem aan de slag. Binnen 10 minuten fietste hij zonder hulp. En binnen een paar dagen maakte hij zijn eerste ritje op de grote weg naast mijn fiets. Met deze tips leer jij je kind ook zonder zijwieltjes te fietsen. 

    Vanaf wanneer kan een kind zonder zijwieltjes fietsen?

    Het is net als veel andere ontwikkelingen die een kind doormaakt, niet mogelijk om een leeftijd aan te geven waarop een kind leert fietsen zonder zijwieltjes. Het is namelijk afhankelijk van verschillende factoren. Je kind zal namelijk pas leren fietsen zonder zijwieltjes als:

    • er genoeg motivatie is
    • je kind er motorisch aan toe is
    • je kind voldoende evenwicht kan houden
    • je kind voldoende zelfvertrouwen heeft
    • je kind goed bij de trappers kan en de voeten op de grond kan zetten, een goede fiets is hierbij dus van belang
    • je kind genoeg kracht heeft om de trappers rond te draaien

    We merkten bij Luuk de afgelopen maanden dat hij aan vrijwel alles voldeed, behalve zijn motivatie en zelfvertrouwen. En tja, dan kun je nog hoog of laag springen. Je kind dwingen heeft totaal geen zin. We konden dus niet anders dan geduldig blijven, er soms over praten en afwachten tot hij zelf aangaf de zijwieltjes er vanaf te willen. Met zijwieltjes kon hij in elk geval al heel goed fietsen. Dit deed hij dan ook iedere dag.

    Beginnen met een loopfiets

    Om je kind te leren evenwicht te bewaren, is het goed om te beginnen met een loopfiets. Luuk kon hier al van peuter af aan heel hard mee fietsen. Hij luisterde gelukkig ook goed, dus als ik zei dat hij ergens moest stoppen om op mij te wachten, dan deed hij dit gelukkig ook. Zo kon hij vaak al een paar tientallen meters voor me uit fietsen en zijn eigen tempo bepalen.

    Op een loopfiets zitten geen trappers, wat er voor zorgt dat een kind zich met de benen vooruit beweegt. Tegelijkertijd leren ze balans houden, maar ook voor zich uit te kijken en goed te sturen. Kinderen leren zichzelf aan om te corrigeren, wat tijdens het fietsen zonder zijwieltjes erg belangrijk is. Veel kinderen die eerst leren fietsen met een loopfiets, hebben een voorsprong als het gaat om balans, kunnen ze makkelijker op- en afstappen en ze durven sneller het stuur met een hand los te laten om de richting aan te geven.

    Sommige kinderen willen alleen niet met een loopfiets fietsen. Er is geen man overboord als je kind dit niet wil. Met fietsen op een driewieler met trappers, is weinig verkeerd. Het duurt vaak alleen iets langer tot ze dan voldoende balans hebben om zonder zijwieltjes te leren fietsen.

    Lees ook: Fietsen is leuker dan lopen

    Waaraan voldoet een goede kinderfiets?

    Het is waarschijnlijk vrij vanzelfsprekend dat het belangrijk is om gebruik te maken van een goede kinderfiets als je kind gaat leren fietsen zonder zijwieltjes. Een goede kinderfiets voldoet aan de volgende punten;

    • Als je kind op het zadel zit, moet het been op de onderste trapper bijna gestrekt zijn.
    • Als je kind op het zadel zit, moet het met zijn voeten net bij de grond kunnen.
    • Het stuur moet op de juiste hoogte staan. De knieën mogen niet tegen het stuur aankomen.
    • De stuurbreedte is even groot als de schouderbreedte van het kind.
    • Veel kleine fietsjes hebben massief rubberen banden. Terwijl je met luchtbanden meer vering hebt en minder last van hobbels.
    • De fiets moet een achteruittraprem hebben. Veel kinderen hebben de vaardigheid nog niet om een handrem te gebruiken.
    • De fiets moet niet te zwaar zijn.
    • Het stimuleert als je kind de fiets mooi vindt!
    • Extra tip: Een vlag op de fiets, zorgt ervoor dat een kind sneller opvalt voor auto’s en ander verkeer.

    Wij missen zelf aan Luuk’s huidige fiets nog een standaard en verlichting. Wat ook belangrijk is om veilig te kunnen fietsen en de fiets goed neer te kunnen zetten, zonder om te vallen. Dit gaan we er binnenkort dus op laten zetten.

    Lees ook: Fiets kopen? Met deze tips koop je de juiste

    Zachte of een harde ondergrond?

    Als je je kind voor het eerst zonder zijwieltjes leert fietsen, zal je al snel kiezen voor een zachte ondergrond. Bijvoorbeeld gras. Wij kozen hier ook voor, maar kwamen er al snel achter dat dit het leren fietsen veel moeilijker maakte. Fietsen op gras is een stuk zwaarder en minder stabiel, waardoor het veel moeilijker is om vooruit te komen. Als je oefent op een voetpad of stoep, zal je zien dat je kind veel sneller vaart leert maken en zijn balans daardoor makkelijker vindt. Let er ook op dat je niet gelijk op de weg gaat fietsen, de kans is groot dat je kind valt en het is geen fijne gedachte als er op dat moment net een auto aankomt. Pas op de stoep wel op voor lantaarnpalen!

    Vasthouden van je kind

    Je kind leren fietsen, vergt veel conditie van jezelf. Want het is een kwestie van meerennen. Ren mee naast de fiets van je kind en hou je kind vast. Je zal eerder geneigd zijn om het fietsje vast te houden, maar dit voelt je kind niet en daarnaast zal je geneigd zijn om de balans te verstoren. Als je zelf de fiets niet aanraakt, maar juist je kind vasthoudt, zal je kind zelf de balans moeten vinden en zal het leren fietsen veel sneller gaan. Ook voelt het vertrouwd dat je hem vasthoudt. Je voelt het sneller als je kind valt en kunt je kind hierdoor opvangen.

    Er zijn ook verschillende hulpmiddelen verkrijgbaar om je kind vast te houden. Denk aan een speciaal fietsvestje met op de achterkant een handvat (zie hier), of een stang die je aan de fiets kunt bevestigen (zie hier). Maar ook een sjaal om de buik van je kind binden voldoet. Als je de uiteinden van de sjaal maar stevig vasthoudt.

    Vergeet niet dat je kind het tempo bepaalt. Het zou dus goed kunnen dat je heel hard mee moet rennen.

    Fietshelm

    Het is in Nederland nog niet verplicht voor kinderen om een fietshelm te dragen. Maar het biedt wel extra veiligheid tijdens valpartijen. Daarnaast kan een fietshelm je kind maar net dat laatste beetje zelfvertrouwen geven. Er zijn verschillende leuke fietshelmen te verkrijgen met vrolijke printjes. Laat je kind dus kiezen welke hij wil hebben. Je vindt hier leuke fietshelmen.

    Een goede fietshelm voldoet aan de volgende punten;

    • De helm moet goed passen. Kijk goed of de rem verstelbaar is. Er zijn al helmen voor een hoofdomtrek van 44cm verkrijgbaar.
    • De helm moet goed blijven zitten. Controleer goed of de helm niet van zijn plek schuift, naar voren, naar achteren en opzij, als je kind zijn hoofd schudt.
    • De sluiting en riempjes moeten stevig zijn. Trek goed aan de riempjes om te zien of de sluiting voldoende weerstand biedt.
    • De helm moet comfortabel zitten. Je kind moet zich goed voelen met de helm op zijn hoofd, anders wil hij hem niet dragen. Een kinband zorgt ervoor dat de huid niet vast komt te zitten in de sluiting.
    • De fietshelm moet ventileren. Dit zorgt voor verkoeling op warme dagen. Er zijn speciale netjes die insecten kunnen buitenhouden. Een zonneklep kan wel beschermen tegen de zon, maar ook het zicht verminderen. Kies daarom sneller voor een zonnebril.
    • De helm moet opvallen. Gelukkig doen de meeste fietshelmen met leuke printjes en felle kleuren dit wel. Het zorgt ervoor dat kinderen beter zichtbaar zijn in het verkeer.

    Vergeet de verkeersregels niet!

    Het is erg belangrijk om je kind al van begin af aan kennis te laten maken met verkeersregels. Dit kan natuurlijk ook al als je kind nog bij je achterop in het fietsstoeltje zit. Wijs belangrijke verkeersborden aan. Wanneer moet je voorrang verlenen en stoppen voordat je oversteekt? Als je je kind dit zo snel mogelijk eigen maakt, zal hij het veel beter snappen.

    De voorrangsregels zijn vrij moeilijk, maar het kan helpen om een lintje aan de rechterkant van het stuur te hangen, zodat je kind weet dat verkeer vanaf die kant vrijwel altijd voorrang heeft. Natuurlijk is het altijd belangrijk om goed op te letten in het verkeer. Daarom is het goed om zeker in het begin je kind alleen maar op de weg te laten fietsen als je er zelf naast fietst. Om ervoor te zorgen dat je zelf nog goed mee kunt kijken en kunt corrigeren waar nodig. Zeker in het begin zal je kind vooral nog bezig zijn met sturen en balans houden.

    Vanaf welke leeftijd kon jouw kind zonder zijwieltjes fietsen?

  • Wat is het beste babyspeelgoed?

    Wat het beste babyspeelgoed is, is sterk afhankelijk van de leeftijd van het kind. De eerste twee jaar leert en ontwikkelt het kind ontzettend veel. Ze krijgen tijdens het spelen indrukken van zwaartekracht of oorzaak en gevolg. Het is daarom erg belangrijk om het speelgoed aan te laten sluiten op de ontwikkeling van het kind. Je leest hier welk speelgoed past bij welke leeftijd. 

    Welk speelgoed past bij welke leeftijd?

    0-3 maanden

    De eerste drie maanden heeft je kindje nog niet echt behoefte aan speelgoed. Geef je baby de ruimte om te wennen aan alle indrukken en prikkels. In de eerste maand is het genoeg om jouw gezicht te bekijken en de warmte van je huid te voelen. Een baby van één maand herkent je aan je geur, warmte en stem. Het zicht van je baby is nog wazig. Ze zien redelijk scherp tot op een afstand van slechts 20 centimeter. Duidelijke vormen en scherpe contrasten kan je baby nog maar net zien. Na drie maanden zijn de kegeltjes gerijpt, dit betekent dat baby’s kleuren kunnen zien. Babyspeelgoed waar je kindje lekker naar kan turen is op deze leeftijd vermakelijk en interessant, denk hierbij aan een boxmobiel. In de eerste drie maanden is je baby veel bezig met het trainen van spieren. Dit klinkt misschien gek, maar het is hetzelfde als spelen. Een babygym werkt hiervoor perfect.

    4-6 maanden

    Je baby leert om langer zijn nek en rug recht te houden en kan dingen vastpakken. Spelen wordt daardoor steeds leuker. Spelletjes waarbij hij met een beetje hulp rechtop kan zitten is erg leuk. Na ongeveer zes maanden leert je kindje om te kruipen. Een speelkleed met vrolijke kleuren om overheen te kruipen is dan heel vermakelijk. Harde geluiden waren eerst nog eng, maar nu erg interessant. Een rammelaar is dan het ideale babyspeeltje.

    7-12 maanden

    Sommige baby’s proberen op deze leeftijd al te staan, andere baby’s kunnen pas net zitten. De ontwikkeling gaat steeds meer uiteen lopen van kind tot kind. Het ene kind heeft al tanden en de ander nog helemaal niet. Alles op zijn tijd! Je zult merken dat je baby erg druk is met nadoen en napraten. Bewegende dingen, zoals een spring-a-ling is dan erg interessant. Hiermee leer je je kindje kleuren te herkennen en te tellen. De handelingen kun je beschrijven zodat je baby een idee krijgt van richtingen, zoals ‘omhoog’ en ‘omlaag’. Ook is het uit elkaar halen van dingen en in- en uitpakken van speeltjes nu heel leuk, bijvoorbeeld met een stapelset. Als ze bijna een jaar oud zijn, laat je baby dan spelen met dingen die verschillende geluiden maken, zoals een xylofoon. Het maken van muziek is erg goed voor de ontwikkeling van het creatieve vermogen van je kindje.

    Lees ook: 

    13-24 maanden

    Op deze leeftijd is het voor kinderen heel erg leuk om verschillende dingen te ontdekken. Er zijn veel verschillende soorten babyspeelgoed. En denk eraan: Spelen is leren! Tijdens het spelen laat je je kindje eerst bepalen wat er gebeurt en daarna introduceer je een nieuwe manier van het spelletje. Zo leert je kindje samen te spelen. Samen torens bouwen (en weer afbreken) of speelgoed waar je op kunt rijden, zoals loopfietsen zijn ook erg leuk. Water is op deze leeftijd heel interessant. Verschillende speeltjes veranderen in het bad in een oceaan van avontuur!

    Lees ook: Spelen met water

    Uiteraard zijn dit grove richtlijnen van wat baby’s ongeveer fijn en leuk vinden. Het verschilt sterk per kind wat hij of zij interessant vindt. De een kan al lopen als hij negen maanden is en de ander pas na anderhalf jaar. Zorg ervoor dat het speelgoed voor je baby goed aansluit bij de wensen. En plezier hebben bij het spelen is natuurlijk het allerbelangrijkste.

    Waarmee speelt jouw baby het liefst?

  • Buiten de pixels: Buitenspelen is goed voor je ogen.nl

    Dat buitenspelen gezond is, wist ik natuurlijk wel. Maar dat het ook in het bijzonder goed voor je ogen is, wist ik dan weer niet. Op een zonnige woensdagmiddag werden we door Pearle uitgenodigd voor een speurtocht door het Amsterdamse Bos. Een mooie locatie, met heerlijke bospaden, maar ook een hoop open grasvelden waar de kinderen heerlijk konden rondrennen. Het werd een leuke en leerzame middag.

    Bijziendheid en blindheid door gebrek aan daglicht

    Uit onderzoek blijkt dat in 2050 naar alle waarschijnlijkheid de helft van de wereldbevolking bijziend zal zijn. Voldoende daglicht kan het risico hierop afremmen. En bijziendheid zou zelfs de grootste oorzaak van blindheid kunnen worden. Met maar 2 uur per dag naar buiten gaan, doe je al voldoende daglicht op. Een echte must dus, om je kinderen vaak genoeg mee naar buiten te nemen. Iets waar ik zelf ook wel iets meer bewust van mocht zijn. En wat is nou 2 uur? De kinderen op de fiets naar school brengen in plaats van met de auto is al met al een half uur per dag. Dan de hond nog een half uurtje uitlaten in het bos en je zit al op 1,5 uur. Natuurlijk spelen ze op school en het kinderdagverblijf ook nog buiten, dus die 2 uur is makkelijk haalbaar.

    Weg van de tablets

    De generatie van nu is verslingerd aan tablets, smartphones en spelcomputers. Dat is met onze kinderen niet anders. Mijn jongste van 2 swiped als een ervaren tablet gebruiker tussen apps en weet alles wat hij nodig heeft zonder problemen te vinden. Leuk en leerzaam ook, maar je wordt er ook wel erg makkelijk van. Ik kan met gemak even een uurtje werken, als de kinderen tv kijken of achter de tablet zitten. En met een moeder als blogger krijgen ze natuurlijk ook het voorbeeld dat er veel naar een scherm getuurd wordt. Toch is het niet zo goed voor de ogen. Er wordt namelijk geadviseerd om iedere 20 minuten het dichtbij en ver weg kijken af te wisselen en twee uur per dag buiten te spelen. Dat afwisselen van dichtbij en ver weg kijken is iets wat mij nog wel lukt, ik kijk ook om me heen tijdens het werken. Maar de kinderen zitten al snel een uur stil voorovergebogen naar de tablet te kijken. Tijd dus om dit anders aan te pakken. Misschien moeten we toch eens denken aan schermtijd en het buitenspelen en binnenspelen vaker afwisselen. Het is niet dat zij het niet leuk vinden om buiten te spelen, want ik denk oprecht dat ze dat veel leuker vinden dan tv kijken. Maar het is vooral mijn eigen luiheid die zorgt voor onvoldoende buiten zijn.

    Buiten de pixels: Een boek dat goed is voor je ogen

    “Buiten de Pixels” is het eerste Kinderboek van Pearle, geschreven door kinderboekenauteur Marco Kunst en geïllustreerd door Anne Roos Kleiss. Het boek stimuleert kinderen om vaker en langer naar buiten te gaan. Te ontdekken wat er allemaal te zien en beleven is. En door het naar buiten gaan, wordt er direct goed voor de ogen gezorgd; ze worden meer blootgesteld aan daglicht. Het boek “Buiten de Pixels” is gratis af te halen bij een Pearle vestiging bij jou in de buurt.

    Het boek in 3D

    Woensdag 3 oktober, op de eerste dag van de Kinderboekenweek, werden we verwacht in het Amsterdamse Bos om een  speurtocht te lopen. Het boekje was uitgebeeld in 3D en door middel van allerlei opdrachten liepen we twee uur lang door het bos. We keken rond tussen de bomen met een verrekijker, konden letters beplakken met stickers, zochten ogen en zagen mooie hutten en letters met allerlei toetsenborden en controllers van gameconsoles.

    Vaker naar buiten

    Door middel van de speurtocht werd de kinderen geleerd om zich heen te kijken buiten en zo allerlei leuke dingen te ontdekken. Soms onder luid commentaar van mijn vier-jarige kleuter. Maar goed, daar heeft hij de leeftijd voor. Zelfs Maik genoot met volle teugen van alles en gooide enthousiast mee met ballen en keek (achterstevoren) door de verrekijker. Hun zo zien genieten van de buitenlucht, deed mij beseffen dat het echt fijn is om naar buiten te gaan. Dus ik moet mezelf wat vaker een schop onder mijn kont geven en met de kinderen de deur uit. Een rondje wandelen, fietsen of gewoon even naar de speeltuin om de hoek. Het is alleen maar fijn als we daarmee ook de gezondheid van onze ogen verbeteren.

    Het was een leerzame en hele gezellige middag. 
    En zeg eens eerlijk, ga jij vaak genoeg naar buiten met de kinderen?

  • Kind linkshandig of rechtshandig; Hoe zit dit in de hersenen, voordelen en hoe kan je dit testen?.nl

    In de eerste levensjaren zal je kind de motoriek van de handen ontwikkelen. Gemiddeld is het rond een jaar of drie duidelijk of je kind links- of rechtshandig is. Soms zie je al wel eerder dat kinderen een voorkeurshand hebben. Benieuwd hoe dit zit ontwikkelt én hoe je dit kunt testen? Lees dan gauw verder.

    Ontwikkeling van een voorkeurshand

    De meeste mensen hebben een voorkeurshand waarmee de meeste handelingen worden uitgevoerd. Hierdoor ontwikkelt de voorkeurshand zich beter, heeft sterkere spieren en een betere motoriek vergeleken met de andere hand.

    De meeste baby’s zijn in hun eerste maanden rechtshandig. Waardoor dit komt is (nog) niet bekend. Mogelijk heeft de positie van de baby in de buik van zijn/haar moeder hiermee te maken. De meeste baby’s liggen namelijk met hun rechterkant dichterbij de buikwand van de moeder waardoor hij/zij aan die kant meer prikkels kan ontvangen. In de eerste levensjaren ontwikkelen kinderen beide handen. Dit is erg belangrijk omdat de motoriek wordt ontwikkeld en de spieren aan beide kanten sterker moeten worden. Wanneer je ziet dat je baby al een voorkeurshand heeft, probeer dan ook het gebruik van zijn andere hand te stimuleren. Zodra je kind ongeveer drie jaar is, heeft hij/zij meestal al een voorkeurshand uitgekozen. Soms wil dit nog eens wisselen, maar vanaf zes jaar is het meestal zeker of een kind links- of rechtshandig is.

    De voorkeurshand wordt bepaald door twee factoren: het zenuwstelsel en erfelijkheid.

    Rol van de hersenen

    Bij ongeboren baby’s hebben geslachtshormonen invloed op de ontwikkeling van de hersenen. Deze hormonen zorgen ervoor dat de ene hersenhelft zich beter ontwikkelt dan de andere helft. Bij een beter ontwikkelde linker hersenhelft ben je meestal rechtshandig. Bij een beter ontwikkelde rechter hersenhelft, ben je meestal linkshandig.

    Erfelijkheid

    Volgens onderzoek aan de Rijksuniversiteit in Groningen hebben twee rechtshandige ouders 10% kans op een kind dat linkshandig is. Wanneer één van de ouders linkshandig is, is de kans twee keer zo groot (20%). Wanneer beide ouders linkshandig zijn, wordt de kans nog groter (26%)! Ook wanneer tenminste één van de grootouders aan beide kanten linkshandig is, vergroot dit ook de kans op een linkshandige voorkeurshand (40-60%).

    Wordt je kind links- of rechtshandig? - MamaKletst.nl

    Voordelen van linkshandigheid

    Ongeveer 10-15% van de wereldbevolking in linkshandig. Af en toe best lastig aangezien we in een wereld leven waarin vrijwel alles op rechtshandigen is ingericht. Veel voorwerpen zoals scharen en gereedschap zijn ontworpen voor rechtshandige mensen.

    Ook schrijven is voor linkshandigen een nadeel doordat zij tijdens het schrijven met hun hand over het geschreven deel heen gaan. Wanneer de inkt nog niet droog is kan dit dus een vlekkerig resultaat opleveren.

    Toch heeft linkshandig zijn zo zijn voordelen:

    Voordeel 1: Linkshandigen hebben een groter creatief vermogen

    De rechterhelft van de hersenen is bij een linkshandige beter ontwikkeld dan bij iemand die rechtshandig is. Het creatieve gedeelte van je hersens zit in deze rechterhelft. Linkshandigen hebben hierdoor een goed ontwikkeld verbeeldingsvermogen en zijn ook goed in het lezen van kunst. Taal zit weer vooral in de linkerhelft van de hersenen waardoor rechtshandige mensen hier vaak weer beter in zijn.

    Voordeel 2: Linkshandigen lijken beter beschermd tegen bepaalde aandoeningen

    Een conclusie welke werd getrokken uit een onderzoek dat werd gepubliceerd in Laterality: Asymmetries of body, brain and cognition is dat het er op lijkt dat mensen die linkshandig zijn beter beschermd zijn tegen aandoeningen als zweren en gewrichtsontstekingen.

    Ook lijken de cognitieve functies van linkshandigen zich meer uit te spreiden over het brein waardoor ze minder gevoelig zijn voor een beroerte; wanneer sommige functies merendeel gelokaliseerd zijn in één hersenhelft, is het logisch dat als deze gebieden beschadigd raken dit meer gevolgen heeft. Wanneer een functie verdeeld over twee hersenhelften, is het verliezen van een deel minder beschadigend.

    Voordeel 3: Linkshandigen hebben een sterker ontwikkeld ruimtelijk inzicht

    Doordat linkshandigen creatiever zijn aangelegd, zijn zij ook beter in het zien van het ‘grote geheel’ waardoor zij snel verbanden kunnen leggen tussen verschillende zaken. Linkshandigen kunnen vaak dan ook goede oplossingen bedenken voor een probleem.

    Voordeel 4: Linkshandigen kunnen sneller denken

    Mensen die alles met links doen, blijken uit Australisch onderzoek sneller te kunnen schakelen tussen het linker- en rechter hersenhelft. Hierdoor kunnen linkshandigen over het algemeen ook sneller informatie verwerken dan rechtshandigen.

    Voordeel 5: Linkshandigen hebben voordelen met sport

    Linkshandigen zijn gewend om te trainen met rechtshandige medespelers. Maar lang niet alle rechtshandige medespelers hebben ervaring met linkshandigen. Door dezelfde beweging te maken met een andere hand kan daardoor voor de tegenpartij erg verrassend uitpakken. Zelf als linkshandige heb ik dit voordeel goed kunnen merken met tennis. Ook basketbal, honkbal en boksen blijken een ideale sporten te zijn voor linkshandigen. In turnen en duiken blijken linkshandigen juist weer minder goed te zijn dan rechtshandigen.

    Voordeel 6: Linkshandigen hebben meer kans op een succesvolle carrière

    Onderzoekers hebben gemeten dat linkshandigen vergeleken met rechtshandigen impulsen beter kunnen beheersen. Hierdoor blijken ze het later ook beter op school en op het werk te doen.

    Nog een leuk feitje voor de linkshandigen onder ons: miljonairs zoals Steve Jobs, Oprah Winfrey, Mark Zuckerberg, Bill Gates en Barack Obama zijn allemaal linkshandig. Het blijkt dat linkshandigen meer leidinggevende trekjes bezitten waardoor ze het beter doen in het bedrijfsleven én een grotere kans maken om enorm rijk te worden.

    Wordt je kind links- of rechtshandig? - MamaKletst.nl

    Is het mogelijk om iemand die linkshandig is rechtshandig te maken?

    Vroeger, in de tijd dat mijn opa’s en oma’s jong waren (we spreken hier ongeveer over de jaren ’40), werden linkshandigen gestimuleerd toch hun rechter hand te gebruiken. Rechts werd meer gezien als norm waardoor linkshandigheid met een handicap werd geassocieerd. De meeste gereedschappen (scharen, telefoons), machines en andere attributen waren voor mensen die rechtshandig zijn dan ook een stuk makkelijker te gebruiken. Ouders hadden daardoor vaak de nijging om het gebruik van de rechterhand extra te stimuleren of zelfs te dwingen.

    Schrijven wordt vanuit de natuur enkel aangeleerd met de voorkeurshand. De andere hand leert dit niet en kan dan ook moeilijk schrijven. Wel is gebleken dat mensen die hun voorkeurshand niet meer kunnen of mogen gebruiken, toch redelijk leren schrijven met de andere hand. Echter zal de andere hand nooit het niveau van de voorkeurshand bereiken.

    Tegenwoordig maakt het allemaal gelukkig niet meer zo veel uit, al blijven linkshandigen met sommige handelingen wel nadelen ervaren.

    Op deze manieren kun je de voorkeurshand van je kind testen

    De definitieve voorkeurshand is meestal pas rond de zesjarige leeftijd bekend. Toch kun je al wel eerder een aantal testen doen om te zien wat de mogelijke voorkeurshand van je kind is. Met onderstaande testen zou je dit kunnen uitproberen. De onderstaande testen geven echter geen zekerheid dat dit ook daadwerkelijk de voorkeurshand is/wordt.

    Test 1: Dingen vastpakken

    Wanneer je je kind een speeltje aangeeft, kun je zien met welke hand hij/zij het speeltje aanpakt. Ook wanneer je een speeltje in het midden legt, kun je zien met welke hand je kind deze oppakt. Herhaal dit een aantal keer. Mogelijk is de hand waarmee je kind het speeltje het vaakst oppakt de voorkeurshand.

    Test 2: Eten

    Wanneer je kind zelf kan eten met een lepel, zullen ze op ten duur ook daar een voorkeurshand bij ontwikkelen. Je kunt hierbij dus kijken met welke hand je kind de lepel naar zijn/haar mond toebrengt. Nog een test die je kunt uitvoeren is in welke richting je kind met zijn/haar lepel roert. Rechtshandige kinderen lijken vaker met de klok mee te roeren terwijl linkshandige kinderen juist tegen de klok in gaan.

    Test 3: Tekenen/schilderen

    Bij het tekenen en/of schilderen kun je opletten welke hand je kind het meest gebruikt. Hierbij dien je vooral te kijken naar het complexere werk. Met tekenen en schilderen ontwikkelt je kind de cognitieve en motorieke vaardigheden.

    Test 4: Voetbal

    Ook met een bal kun je de voorkeurskant van je kind testen. Je kunt hierbij een bal naar je kind toe rollen of schoppen en kijken met elke voet je kind de bal tegenhoudt of terug schopt. Rechtshandige kinderen kiezen eerder voor de rechterkant en linkshandige voor de linkerkant. Ook is de balans op één been vaak beter aan de voorkeurskant.

    Wordt je kind links- of rechtshandig? - MamaKletst.nl

    Zelf ben ik links en mijn vader is dat ook. Met eten was dat altijd wel prettig aangezien ik dan meestal naast hem zat om elleboogstoten te voorkomen. In ons huidige gezin is man rechts (zijn moeder links) en onze oudste zoon lijkt links te zijn. Mogelijk komt er hier dus een stukje erfelijkheid bij kijken. 😉

    Wat is jouw voorkeurshand? Heeft jouw kind dezelfde voorkeurshand?

    Wordt je kind links- of rechtshandig? - MamaKletst.nl

  • Tips tandenpoetsen kinderen; van beloningsschema als het niet lukt tot tandbederf voorkomen- MamaKletst

    GEBIT VAN JE KIND – Wanneer het gebit van kinderen niet goed wordt gepoetst, kan dit leiden tot tandbederf zoals gaatjes. Tandbederf kan erg pijnlijk zijn en leiden tot andere problemen. Een goede mondgezondheid is dus erg belangrijk. In dit artikel wordt uitgelegd waarom dat zo belangrijk is en wat je hier aan kunt doen. Ook krijg je tips hoe je je kind kunt leren om goed zijn of haar gebit te poetsen.

    Waarom een goede mondverzorging bij kinderen zo belangrijk is

    Tandbederf ontstaat wanneer er voedsel in de mond zit vermengd met speeksel. Deze combinatie vormt tot tandplak, een bacterie die tandbederf en tandvleesaandoeningen kan veroorzaken. Wanneer kinderen tandpijn hebben, gaan zij op een andere manier kauwen wat weer kan leiden tot een onjuiste spijsvertering. Ook kunnen tandheelkundige problemen leiden tot concentratieproblemen doordat ze er steeds door afgeleid worden. Tandheelkundige problemen kunnen zelfs leiden tot (uit)spraakproblemen!

    Het is dan ook erg belangrijk om te letten op de voeding die je kind binnenkrijgt. Voedingsmiddelen die een hoge zuurgraaf hebben, bijten letterlijk het glazuur van je tanden. Fruitsoorten (citrusvruchten) en frisdranken voorbeelden van mogelijke boosdoeners. Frisdranken danken hun frisse smaak aan het toegevoegde zuur. Met name energiedranken, cola en vruchtensappen zijn zeer slecht voor het gebit. Suiker is sowieso al niet erg gezond, maar ook je gebit wordt er niet blij van.

    Lees ook: Angst voor de tandarts bij kinderen voorkomen

    Het gebit van je kind verzorgen is erg belangrijk. Tandbederf ligt op de loer als je dit niet goed doet. Gaatjes kunnen erg pijnlijk zijn en leiden tot andere problemen. Een goede mondgezondheid is dus erg belangrijk. Met deze tips leer je hoe je je kind kunt leren om goed zijn of haar gebit te poetsen.

    Wat je moet weten over het tandenpoetsen bij kinderen

    Omtrent de verzorging van het kindergebit zijn er een aantal dingen waar je op kunt letten:

    Wanneer moet je beginnen met poetsen?

    Vanaf het moment dat het eerste tandje doorkomt, moet je beginnen met tandenpoetsen. Bij een baby kan je beginnen met een stukje schoon gaas rond je vinger na elke voeding. Vanaf 2 jaar gaat je kind meestal mee op periodieke controle bij de tandarts. Begin op tijd met het poetsen van de tanden zodat je kind er aan kunt wennen en maak er een dagelijkse routine van.

    Hoe lang moet je het gebit van je kind poetsen?

    Kinderen kunnen het beste 2x per dag 2 minuten poetsen waarbij alle delen van de mond en tong worden bereikt. Zorg ervoor dat je altijd nog even napoetst wanneer kinderen nog niet goed zelfstandig hun tanden kunnen poetsen.

    Welke tandpasta moet je gebruiken?

    Gebruik ook een tandpasta welke geschikt is voor de leeftijd van je kind. Baby’s en peuters zijn vaak geneigd om tandpasta door te slikken, daar hebben de tandpastaproducenten op geanticipeerd. Ook houden veel kinderen niet van de smaak van mint en geven de voorkeur aan zoetere smaken, waar de producenten ook slim op ingespeeld hebben.

    Van voor een tandenborstel moet je nemen?

    Er zijn een hoop verschillende soorten tandenborstels voor kinderen verkrijgbaar. Let er op dat je voor kinderen een zachte tandenborstel gebruikt (en ook voor jezelf). Vanaf 3 jaar zou je ook voor een elektrische tandenborstel kunnen kiezen. Veel kinderen vinden dat prachtig. Sommige elektrische tandenborstels hebben trouwens ook een timer in het handvat die een geluidje maakt wanneer er bijvoorbeeld één minuut voorbij is, je vindt ze hier.

    Hoe moet je de tanden van je kind poetsen?

    Hieronder een aantal tips:

    • Maak cirkelvormige bewegingen tijdens het poetsen;
    • Poets ook voorzichtig de tandvleesrand (vergeet dit niet!);
    • Begin achterin met poetsen en ga dan naar voren;
    • Leer je kind om de tandpasta uit te spugen (wees geduldig, dit kan even duren);
    • Maak de tandenborstel schoon.

    Lees ook: Tandenpoetsen bij je kind leuk maken

    Tips om je kind effectief zijn/haar tanden te laten poetsen

    Om je heen hoor je vaak ouders die vertellen dat hun kind zijn/haar tanden niet graag poetst. Sommige kinderen weigeren zelfs om hun tanden te poetsen. Met deze tips gaat het je misschien wel lukken:

    Laat je kind zijn/haar eigen tandenborstel uitkiezen

    Met de keuze uit vele soorten en kleuren tandenborstels, vindt je kind het vast en zeker geweldig als hij/zij er zelf eentje uit mag zoeken. Ik merk ook bij mijn eigen kind dat wanneer hij zelf een tandenborstel heeft mogen kiezen, hij er het liefst de hele dag mee in zijn mond rond loopt. Zorg ook voor een tandpasta welke je kind niet vies vindt.

    Poets elkaars tanden

    Waarom beide je eigen tanden poetsen als je ook elkaars tanden tegelijk kan poetsen? Genoeg redenen om te bedenken natuurlijk, maar het is begrijpelijk dat het voor een kind wel leuk kan zijn. Je kunt je kind ook ondertussen de tanden van zijn/haar pop of knuffel laten poetsen (in hoeverre die tanden hebben natuurlijk. Het gaat om het idee.)

    Maak er een plezierige bezigheid van

    Je kunt van het tandenpoetsen een spelletje van maken. Voorbeelden:

    • Wie kan er het langst zijn tanden poetsen? Vergeet niet om een scorebord bij te houden!
    • Laat je kind met zijn/haar hoofd op je schoot liggen en speel alsof hij/zij bij de tandarts is.
    • Doe alsof er draken (of iets anders) in de mond zitten van je kind en dat je de draken met de tandenborstel achterna zit (poetsen) om te voorkomen dat ze de tanden van je kind op eten.

    Liedjes en apps

    Op het internet zijn genoeg leuke tandpoetsliedjes te vinden. Wij zelf zongen toen onze zoon jonger was “tanden poetsen” op het deuntje van Vader Jacob. Steeds wanneer hij stopte met poetsen, stopte wij met zingen wat hij natuurlijk niet leuk vond! Ook zijn er diverse apps te vinden met bijvoorbeeld een timer er in.

    Boeken over tandenpoetsen

    Ook kun je samen met je kind boeken lezen over tandenpoetsen. Leuke boeken zijn:

    Beloningsschema

    Maak een beloningsschema waarbij je elke keer een sticker mag plakken wanneer hij/zij goed heeft gepoetst. Zodra ze het schema vol hebben krijgen ze een leuke beloning. Je koopt hier kant en klare varianten.

    Heb jij nog aanvullende tips? Wij horen het graag!

    Het gebit van je kind verzorgen is erg belangrijk. Tandbederf ligt op de loer als je dit niet goed doet. Gaatjes kunnen erg pijnlijk zijn en leiden tot andere problemen. Een goede mondgezondheid is dus erg belangrijk. Met deze tips leer je hoe je je kind kunt leren om goed zijn of haar gebit te poetsen.

  • Rapley methode om te beginnen met vaste voeding bij je baby- MamaKletst

    En dan is het zover, je baby is “groot genoeg” om te beginnen met vaste voeding. Best wel een dingetje, want je kleine baby is nu eigenlijk echt niet zo heel klein meer. Het beginnen met vaste voeding kan voor jou als ouder best een grote stap zijn. Welke keuzes maak je? En vooral; waar moet je beginnen?

    Keuzes, keuzes

    Allereerst is het belangrijk om te kiezen wat bij jou en jouw opvoedingsstijl past. Kies je voor vers, potjes of een methode? Waarschijnlijk heb je in je zwangerschap al gemerkt dat het hele ouderschap bestaat uit keuzes. Wat past bij jou? Wat is het beste voor je kindje? Iets wat ik geleerd heb van het ouderschap is dat je het nooit verkeerd doet, er is geen goed of fout!

    Verschillende manieren

    Er zijn verschillende manieren om je kindje kennis te laten maken met vaste voeding.

    • Kant en klare potjes uit de supermarkt.
    • Zelf verse gepureerde hapjes maken
    • Eten aanbieden via de Kleintjes/Rapley methode

    Voor alle drie de opties is wat te zeggen. Het heeft allemaal voor- en nadelen.

    Beginnen met vaste voeding bij je baby? Er zijn verschillende tips en methodes voor te vinden. Wij leggen uit hoe je ermee kunt beginnen.

    Kant en klare potjes

    Kant en klare potjes kun je vinden bij de babyafdeling in de supermarkt. Er zijn potjes met groenten en potjes met fruit. Op de potjes staat een leeftijdsindicatie. Potjes van 4maanden+ kun je dus mee beginnen vanaf 4 maanden. Er zitten hele strenge eisen aan het maken van deze voedingen, dus je kunt er vanuit gaan dat er geen gekke dingen in zitten die je kindje op een bepaalde leeftijd niet zou mogen. Een voordeel aan potjes is, vind ik, dat je ze overal makkelijk mee naar toe kan nemen en op kan warmen. Je hebt een volwaardige maaltijd zitten in 1 zo’n potje.

    Verse hapjes maken

    Zelf verse hapjes maken is een manier die iets meer aandacht vraagt dan de potjes, maar nog steeds makkelijk te doen is. Vanaf het moment dat je kindje 4 maanden oud is, mag je beginnen met deze manier. In principe is het een kwestie van het koken of stomen van groenten (die kinderen op die leeftijd mogen) en daarna pureren. Een voordeel aan deze manier is dat je in ene keer veel kunt maken en het in kunt vriezen (in een vorm voor ijsblokjes). Zo hoef je ’s morgens alleen de hoeveelheid ijsblokjes te ontdooien die je nodig hebt. Bij deze manier is het de bedoeling dat je kindje meerdere dagen achter elkaar hetzelfde eet, zodat het kan wennen aan de smaak.

    De Kleintjes methode en de Rapley methode

    Ook zijn er twee methoden die je kunt gebruiken. Deze twee methoden gaan er vanuit dat de darmen van een kindje pas rijp zijn (voor vaste voeding) als je kindje 6 maanden oud is. Daarnaast heeft een kindje in principe tot 6 maanden genoeg aan alleen borstvoeding/flesvoeding. De methoden zijn erop gericht dat je kindje stukjes eet en daarbij niet gevoerd word, maar zelf bepaalt hoeveel het binnen krijgt. De Rapleymethode is vernoemd naar meneer Rapley. Hij deed onderzoek naar het aanbieden van vast voedsel in stukjes. Bij de Rapleymethode bied je alles aan, behalve suiker, zout en honing. Deze drie dingen zijn namelijk niet goed voor kindjes onder de 1 jaar.

    De tweede methode is de Kleintjesmethode, bedacht door Stefan Kleintjes. Hij maakte een introductieschema voor het aanbieden van vast voedsel en houdt daarbij rekening met gezond (biologisch) eten. Ook is bij deze methode rekening gehouden met mogelijke allergieën die kinderen zouden kunnen hebben. Bij beide methoden is het dus de bedoeling dat het kindje zelf het eten ontdekt en niet wordt gevoerd. Je biedt je kindje eten aan in stukjes, reepjes of brokjes die minstens net zo groot als het knuistje van het kindje.

    Lees ook: Eerste boterham voor je baby, vanaf wanneer?

    De eerste paar keren dat je je kindje laat expirimeteren met eten is spannend, zeker omdat jonge kinderen nog een sterk kokhalsreflex hebben en het soms net lijkt of ze stikken. Gelukkig helpt dat reflex hen juist om niet te stikken. Zelf vond ik het fijn om een EHBO cursus voor Kinderen te volgen en zo te weten wat ik moet doen als het een keertje mis gaat.

    Beginnen met vaste voeding bij je baby? Er zijn verschillende tips en methodes voor te vinden. Wij leggen uit hoe je ermee kunt beginnen.

    Op welke leeftijd start je?

    Kies je voor kant en klare potjes of voor verse gepureerde hapjes, dan is het advies om tussen de 4 en 6 maanden te beginnen. Kies je voor Kleintjes of Rapley, dan kun je vanaf 6 maanden beginnen. Maar wel pas, als je kind zelf goed rechtop kan blijven zitten.

    Conclusie

    Er is geen eenduidige manier hoe je zou “moeten” beginnen met vaste voeding. Zoals je al hebt kunnen lezen is mijn advies om te doen waar jij je goed bij voelt en wat bij je past! Je doet het nooit fout. Een gratis tip van mij is om rustig aan te beginnen met vaste voeding. Het heet niet voor niets oefenhapjes! Wij zijn bij Joas te snel, te veel gaan geven en dat heeft nare buikklachten bij hem opgeleverd. Dus ik zou zeggen, doe rustig aan!

    Welke manier koos jij? En waarom?

    Beginnen met vaste voeding bij je baby? Er zijn verschillende tips en methodes voor te vinden. Wij leggen uit hoe je ermee kunt beginnen.

    Afbeeldingen komen van Shutterstock.

  • Groeipijn bij baby’s, peuter en dreumes; Tips wat je hieraan kan doen!.nl

    GROEIPIJN – De ontwikkeling van je kind is een boeiend proces. Elke ouder wil dat zijn of haar kind zich goed ontwikkelt, lekker groeit en happy kan opgroeien in een veilige omgeving. Waar volwassenen helemaal gelukkig zijn als het een kind goed gaat, kan het voor kinderen en jongeren nog best wel lastig zijn. Het is fijn als het gaat ‘zoals het hoort’, maar zij maken de ontwikkeling ten volste mee. Het kind zelf ervaart soms sterke emoties en groeien kan pijn doen. Wat betreft die laatste: wat is groeipijn eigenlijk en wat kun je er tegen doen? In dit artikel lees je de antwoorden op deze vragen!

    Groeipijn is niet erg

    ‘Groeipijn’. Het klinkt niet fijn. Toch kan er duidelijk gemaakt worden dat het er ‘gewoon’ bij hoort. Zoals het woord al zegt hoort het bij het groeiproces van kinderen. Kijk dus niet verbaasd op als ook jouw kinderen er eens mee te maken zullen hebben.

    De pijn waarnaar gerefereerd wordt, heeft te maken met fysieke, lichamelijke groei. Het lichaam van een kind verandert. Eerst van baby naar peuter. Daarna van kleuterlijfje naar basisschoolkind, naar puber en volwassene. De pijn die tijdens het lichamelijke groeiproces kan ontstaan, heeft te maken met het groeien van de botten. Doordat de botten groeien, ontstaat er een pijnscheut. Dit komt door de zenuwen die extra geprikkeld worden.

    Het klinkt logisch, ‘pijn door groeien’, maar toch kan groeipijn verward worden met krampen. Dit komt omdat het vaak kort duurt en plotseling op komt zetten. Groeipijn komt met name voor in de benen. Kortdurende pijn in kuiten, knieën of dijen kan dus hier mee te maken hebben.

    Komt groeipijn vooral bij peuters voor?

    De meningen over wanneer groeipijn komt opzetten lopen nogal eens uiteen. Een van de overtuigingen is, dat groeipijn gepaard gaat met de bekende groeispurten. De momenten waarop het lichaam verandert en zich ontwikkelt tot in een nieuwe fase, zijn de momenten dat kinderen met name groeipijn zullen ervaren. Denk aan de overgang van het peuter naar kleuter, naar oudere kind en naar een puberlijf. Vaak wordt gezegd dat in de pubertijd de groeipijn het hevigst zal zijn, omdat in deze periode doorgaans de grootste veranderingen plaatsvinden.

    Als je het idee hebt dat je kinderen met name ’s nachts deze pijn ervaren, zou je daar maar zo gelijk in kunnen hebben. Overdag worden de botten belast. Kinderen bewegen, staan op hun benen en spelen. ’s Nachts krijgen de botten de kans om te rusten en te groeien omdat er geen druk op wordt uitgeoefend. Dit verklaart waarom kinderen overdag doorgaans geen last van groeipijn zullen hebben. Lees hier meer informatie.

    Groeipijn, wat is het en wat kun je er tegen doen? Veel kinderen krijgen door te groeien last van pijn. Wij leggen je uit wat groeipijn is en wat je kunt doen tegen die nare pijn.

    Tips tegen groeipijn

    Ook al hoort groeipijn gewoon bij het normale ontwikkelingsproces, toch zijn er wel dingen die je kunt doen. Het meest voor de hand liggende is iets warms tegen de pijnlijke plek leggen. Hierdoor kunnen de spieren ontspannen waardoor de spanning en rek van de spieren minder pijnlijk aanvoelen. Een warme kruik kan dus wonderen doen! Daarnaast zal zachtjes masseren ook kunnen helpen. Mocht het kind er écht last van hebben, dan kan je paracetamol geven. Houd dit wel als een laatste optie, de pijn duurt vaak niet lang en een warme doek of kruik is vaak al voldoende. Lees hier meer informatie.

    Wanneer moet ik mij zorgen maken over groeipijn?

    In principe is groeipijn geen reden om je zorgen te maken. Wanneer de pijn abnormaal is, kan een bezoekje aan de huisarts geen kwaad. Denk hierbij bijvoorbeeld aan langdurige, aanhoudende pijn. Mocht het kind over een lange periode de pijnscheuten ervaren, is het niet verkeerd om er toch even naar te laten kijken. Wanneer de plek gezwollen lijkt, dik of rood, is een second opinion erg belangrijk. Ook als het kind enkel in één been pijn ondervindt, kan het goed zijn om er toch even naar te laten kijken. Het voelt misschien onschuldig, maar omdat het gaat om lichamelijke groei naar uiteindelijk een volwassen lijf, is het zeker niet overbodig om voor de zekerheid iemand mee te laten kijken.

    Wil je meer weten over veranderingen in het lichaam van baby naar volwassene?
    Dan is dit boek wellicht interessant voor je.

    Wat merk jij van groeipijn bij je kind? Welke tips heb jij?

    De gebruikte afbeeldingen komen van Shutterstock.

    Groeipijn, wat is het en wat kun je er tegen doen? Veel kinderen krijgen door te groeien last van pijn. Wij leggen je uit wat groeipijn is en wat je kunt doen tegen die nare pijn.

  • Kinderen en honden; tips waarom dit goed is voor ontwikkeling- MamaKletst

    Waarom zou een kind met een hond moeten opgroeien? Het is heel gezellig hoor, een hond in huis, maar ook hard werken. En heb je wel tijd voor een dier tijdens alle drukte met de kinderen? Ik ben van mening dat een hond prima in een (druk) gezin past. En vertel je waarom. 

    1. Maatjes voor het leven

    Het is heel bijzonder om te zien wat een bijzondere vriendschap er kan ontstaan tussen een kind en een hond. Een vriendschap door dik en dun, een vriendschap voor het leven. Dat gun je toch ieder kind?

    2. Een goede reden om naar buiten te gaan

    Tegenwoordig wordt er veel geklaagd dat kinderen te weinig buiten spelen. Met een hond in huis, is er een extra reden om een rondje te lopen buiten. De hond moet immers uitgelaten worden. De meeste kinderen vinden dit heel erg leuk om te doen!

    3. Minder vaak ziek

    Het schijnt dat baby’s die in hun eerste levensjaar met een hond in aanraking komen, minder vaak ziek worden. Dit schijnt te komen door de blootstelling aan bacteriën, waardoor het kind meer weerstand opbouwt. Klinkt logisch! Lees er hier meer over.

    Lees ook: Gezinsuitbreiding

    4. Kinderen leren voor een dier te zorgen

    Het is een hele verantwoordelijke taak, het verzorgen van een huisdier. En het is heel leuk om dit als kind van jongs af aan al te leren. Een hond heeft natuurlijk eten nodig en soms meerdere keren per dag vers water. Ook vinden veel honden het heerlijk om geborsteld te worden, daar kan je kind natuurlijk ook goed mee helpen. Je kunt bij Zoobio hele leuke spullen kopen om samen met je kind jullie hond te verzorgen.

    5. Het geeft zelfvertrouwen

    Schoolopdrachten oefenen, problemen vertellen, het kan allemaal heel veilig aan een huisdier. Die vertelt het immers toch niet door. Dit kan een enorme boost aan zelfvertrouwen geven.

    6. Een hond kan sociale vaardigheden leren aan een kind

    Wie komt je gelijk gedag zeggen als je thuis komt? Dat is natuurlijk je hond! Dat en meer sociale vaardigheden neemt je kind zo over van een hond. Hartstikke handig.

    7. Minder kans op allergieën en astma

    Er is een studie gedaan waaruit blijkt dat kinderen die opgroeien met een hond thuis, minder kans hebben op allergieën en astma.

    Heb jij nog aanvullende redenen om een hond te nemen als je kinderen hebt? 

    Waarom zou een kind met een hond moeten opgroeien? Het is heel gezellig hoor, een hond in huis, maar ook hard werken. En heb je wel tijd voor een dier tijdens alle drukte met de kinderen? Ik ben van mening dat een hond prima in een (druk) gezin past. En vertel je waarom.