Vroeg of laat is het zo ver. Je kleintje wordt zindelijk. Het is klaar met de luiers en een nieuwe fase breekt aan. Het ene kind is met 1,5 jaar al zindelijk, terwijl de ander vlak voor zijn of haar 4e verjaardag pas zindelijk wordt. Hier is geen goed of fout bij. Want feit blijft; kinderen worden pas zindelijk als ze er zelf aan toe zijn. Wel kun je het natuurlijk stimuleren. Met deze 5 stappen is je kind binnen no time zindelijk.
Wat is zindelijkheidstraining?
Bij een zindelijkheidstraining leer je je peuter om niet meer in de luier te plassen of poepen, maar dit op te houden en op het potje of het toilet te doen. Dit is een kwestie van oefenen. Het ene kind heeft het heel snel door en gebruikt binnen enkele dagen al geen luier meer, terwijl het andere kind er een langere periode voor nodig heeft om het goed aan te voelen.
Op welke leeftijd begin je met zindelijkheidstraining?
De beste leeftijd om te beginnen met zindelijkheidstraining is tussen de achttien en twintig maanden, omdat kinderen dan erg leergierig zijn. Maar het geeft ook niet als je pas later start. De meeste basisscholen willen wel graag dat een nieuwe kleuter (dus wanneer je kindje vier is of bijna wordt), al zindelijk is. Kleuterjuffen en meesters hebben weinig tijd om je kind te verschonen. En kunnen er zelfs voor kiezen om ouders op te bellen om een kind te verschonen. Het is dus verstandig om je kind al voor het op de basisschool gaat wennen, zindelijk te krijgen.
In 5 stappen zindelijk
Met het volgende stappenplan is het vrij eenvoudig om je kind zindelijk te krijgen. Je kiest er zelf voor op welke leeftijd je met de zindelijkheidstraining begint.
1. Introduceer het potje
Zet je kind op vaste momenten op de dag even op het potje of op de wc (hiervoor kun je ook een wc-verkleiner gebruiken). Bijvoorbeeld na het slaapje of een eetmoment. Op deze momenten heb je de grootste kans dat je kind moet plassen en/of poepen. Je kind hoeft nog niet te berijpen wat er op het potje van hem verwacht wordt. Tussendoor hou je de luier van je kind gewoon om. Het kan helpen om het moment op het potje of de wc gezellig te maken. Bijvoorbeeld door een liedje te zingen met elkaar, een boekje te lezen of samen een spelletje te spelen. Op deze manier wordt het potje een fijne plek voor je kind.
2. De eerste plas op het potje
Na een aantal keer, zul je merken dat er ineens iets in het potje ligt. Het is goed om op dat moment aan te geven dat je kind het goed gedaan heeft. Maar maak er geen enorm groot ding van. Zindelijk zijn is iets normaals. Dus ga niet gelijk belonen met stickers of andere beloningssystemen. Heeft je kind een keer een ongelukje, is dit helemaal niet erg. Straffen heeft dan ook geen zin. Je kunt beter ontspannen reageren en je kind alsnog op het potje zetten om uit te plassen of te poepen. Maar leg hier niet teveel druk op.
3. Zorg dat het in je ritme terecht komt
Zet je kind als onderdeel van de routine van je dag een paar keer per dag op het potje. Na de maaltijden of een tussendoortje en na het slapen. Verlang niet direct dat je kind dit op de kinderopvang ook al moet doen. Thuis eerst rustig aan wennen is het beste. En het geeft ook niet als het door een drukke planning een dag minder vaak lukt.
4. Je kind vraagt zelf om het potje
Naar mate het steeds vaker ‘per ongeluk’ lukt om op het potje te plassen, zal je kind er steeds vaker zelf om vragen. Het gaat aanvoelen dat er een plas of poep aankomt. Stimuleer dit ook en maak er alsnog een gezellig moment van. Als je de tijd probeert te nemen om er even naast te zitten. Zal je kind het als veilig beschouwen en steeds vaker goed aanvoelen wanneer er een plasje aan komt. Dit kan soms wat voeten in de aarde hebben, omdat kinderen regelmatig voor ‘niets’ op het potje gaan. Maar je zult merken dat het steeds vaker wel lukt.
5. Zonder luier
Voelt je kind steeds beter aan wanneer het moet plassen of poepen? Dan kun je ervoor kiezen om je kind zonder luier rond te laten lopen. Zorg ervoor dat het potje altijd in de buurt is en je kind zelf ook weet waar deze staat. Straf het niet af als er een ongelukje gebeurt. Maar zorg ervoor dat er voldoende reservekleding ligt. Even verschonen en een wasje extra draaien. Het helpt vooral om de sfeer positief te houden. En het te benoemen wanneer het goed gaat. Je zal merken dat het steeds makkelijker wordt om de deur uit te gaan zonder luier. Denk er wel aan dat je je kind even op het potje laat gaan voor vertrek.
Wanneer is een kind dag en nacht zindelijk?
Je kind is zindelijk als het op de dag zelf naar het potje of de wc gaat. En daardoor ’s nachts nauwelijks nog hoeft te plassen. Veel kinderen geven het zelf aan wanneer ze er aan toe zijn om zonder luier te slapen. Het kan helpen om een matrasbeschermer te gebruiken. Zodat, mocht er een ongelukje plaatsvinden, je het bed makkelijk kunt verschonen. Het kan tot een half jaar duren nadat je kind op de dag zindelijk is, tot het ’s nachts ook droog blijft. Het heeft dus geen zin om hier teveel in te pushen.
Mijn kind is zindelijk, maar plast soms nog in bed
Ook op latere leeftijd, bijvoorbeeld als je kind 6 is, kan het nog voorkomen dat er soms een ongelukje plaatsvindt in bed. Zelfs als het al jaren zindelijk is. Dit kan komen door spanning omtrent school, een scheiding, het overlijden van een dierbare of andere dingen waar je kind last van heeft. Bedplassen komt nog regelmatig voor bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Dit kan erg vervelend zijn. Maar is vaak op te lossen. Je kunt je kind als je zelf naar bed gaat, nog even wakker maken om naar de wc te gaan of een plaswekker kopen. Soms kan het ook een medische oorzaak hebben. Wanneer je kind er echt veel last van heeft, kan het daarom goed zijn om een afspraak met de huisarts te maken. Reageer in elk geval nooit boos als je kind in bed plast. Het is beter er niet teveel de nadruk op te leggen en het te negeren en verschonen.
Wanneer was jouw kind zindelijk?