Door Sharelyn – Onderzoek door professor Veenhoven aan de Erasmus Universiteit, wijst uit dat men gelukkig is wanneer je in een relatie zit, geen kleine kinderen hebt en af en toe een drankje doet. Zijn we dus echt zo stom geweest om aan kinderen te beginnen?
Het eerst wat ik dacht, toen ik dit las was; ‘geluk is toch subjectief?’ Maar op ook dit soort vragen is antwoord gegeven door professor Veenhoven. Geluk wordt hier gezien als een combinatie van een grote mate van zelfstandigheid en sociale contacten. Dus red je jezelf wel in de wereld, met een hoop vrienden om je heen, ben je gelukkig.
Nu we dat uit de wereld hebben geholpen, betekent dit dan dat ik m’n leven op een lager pitje heb gezet door kinderen te krijgen? Ik zou nu ongelukkiger zijn, dan toen ik in m’n twintiger jaren zonder kinderen rondhuppelde. Herken ik dat? Nou, ik denk dat ik het wel begrijp. Als je kijkt naar de definitie van geluk in dit onderzoek, begrijp ik het helemaal. Maar als ik die definitie even loslaat en naar mijzelf kijk. Was ik gelukkiger in m’n twintiger jaren? Nou ja, ik was misschien wel minder vaak gefrustreerd om ogenschijnlijk onzinnige dingen; Borden die niet leeggegeten worden, je vertrek dagelijks met een half uur verlengt omdat iemand besluit vandaag zonder schoenen naar het kinderdagverblijf te willen, etc.
De zaken waar ik mij in mijn twintiger jaren druk om maakte, lijken van de buitenkant wel belangrijker. Ik studeerde toen, dus ging het vooral om tentamenstress, bijbaantjesstress etc. Dingen die je ergens brengen in het leven. Dus dat kan wel voelen als iets wat logischer is om je druk over te maken en dat je je hierdoor gelukkig voelt.
Of is het meer, omdat je alle vrijheid hebt om te gaan en staan waar je wilt. Zonder erbij na te denken, je jas pakken en vertrekken naar een leuke bar of gezellig café met een vriendin, lekker de stad in om te shoppen. Dingen voor jezelf te doen. Ligt het ‘m daar misschien meer in?
Voelde ik mij gelukkiger toen? Als ik bovenstaande zaken in overweging neem, ben ik geneigd om te zeggen dat ik me gelukkiger voelde. En ik denk ook dat mijn basis van geluk toen misschien stabieler was. Nu schiet dat soms een stukje omlaag, maar aan de andere kan heb ik veel vaker échte piekmomenten in mijn gevoel van geluk. Van het eerste lachje tot de eerste stap en een gekke bek tegen een raam. Het hoort allemaal op ‘t lijstje dat je steeds opnieuw verliefd word op je eigen kind en je echt een soort explosie van geluk voelt.
Verder kan het nu best onbenullig voelen om gefrustreerd te raken over het opstandige peutergedrag van je kind. Maar voor je kind is het zijn wereld op dát moment. In zijn wereld is je ouders stangen, hetgeen wat hem ergens zal gaan brengen in het leven. Het is belangrijk voor hem. Dus het kan onbenullig voelen om je boos te maken over rondslingerend speelgoed, voor je kind is dat het niet. Dus waarom denken wij dan dat het minder belangrijk is dan het betalen van onze rekeningen of het behalen van carrièredoelen?
Het zou dus eigenlijk geen verschil moeten maken in welke fase je zit. Als je maar weet dat je steeds met belangrijke zaken bezig bent. En of dat nou behalen van een studie, doelen voor een carrière of de opvoeding van je kind zijn. Bewust zijn van het feit dat er nu andere dingen in je leven gebeuren dan je gewend was in je onbezorgde jaren, zou misschien wel bijdragen aan je gevoel van geluk.
Wat ik eigenlijk wil zeggen, alles is een fase. Je onbezonnen jeugdjaren, je tijd als fulltime ouders, de peuterpuberteit etc. En wat mensen vaak veel lijken te doen, is vooral te wachten tot de volgende fase gaat beginnen. De aloude boodschap, geniet van elke minuut lijkt de lading te dekken van mijn woorden. Geniet van de fases van minuut tot minuut. Lach en geniet van de leuke dingen in elke fase. En wacht niet tot je ‘eindelijk’ over mag naar de volgende fase. Je focust je dan meer op de negatieve zaken en frustreert je dus ook eerder.
Ik weet natuurlijk niet wat dit onderzoek zou uitwijzen als de definitie van geluk meer in de hoek van gevoel of perceptie zou zitten. Maar het zou me niet verbazen als dat op elkaar leek. En dan zou je ook kunnen zeggen dat vooral de tijd tussen 20 – 65 jaar, de jaren zijn dat we misschien méér wachten dan genieten. En dat is toch wel erg zonde.
En er zijn een hoop zaken die invloed hebben op jouw gevoel van geluk. Maar je staat zelf niet buitenspel.
Geniet méér en bepaal je eigen geluk.
Afbeelding komt van Shutterstock.
]]>
Leave a Reply