Sociale fobie, van stress, zenuwen en tranen naar het mooie moederschap

Hoe begin je een blog met een, toch wel, redelijk zwaar onderwerp? Ik blog best veel en meestal schud ik zo de woorden uit mijn mouw. Maar bij dit onderwerp is het toch net even anders. Want ik wil hier gewoon de juiste woorden voor vinden en goed nadenken over HOE ik het ga brengen. Het zit namelijk zo, ik heb een sociale fobie. Niet heel veel mensen weten tot in detail welke weg ik afgelegd heb sinds het moment dat ik 18 werd. Het is ook geen doen om het in detail neer te pennen want dan ben ik een heel boek verder. Laat ik het zo zeggen, die weg is loodzwaar geweest en heeft veel stress, zenuwen en tranen met zich meegebracht. De nodige hulpverlening gehad en veel steun, hulp en liefde van de mensen om mij heen. Dit allemaal heeft mij gebracht naar het heden. Het heden die nu een stuk zonniger is. Toen ik zwanger bleek en onze dochter uiteindelijk na 38 weken en 4 dagen geboren werd MOEST ik ook wel. Een sociale fobie tover je niet even weg. Maar de komst van Abby heeft mij wel sterker gemaakt.

18 Jaar, zelfstandig worden

Laat ik even terug gaan naar het stukje waarin ik zeg dat het vanaf het moment dat ik 18 werd heel zwaar werd. Waarom vanaf die leeftijd hoor ik jullie denken. Omdat je vanaf je 18e steeds meer zelfstandig moet gaan doen. Je ouders trekken vanaf dat moment iets meer de handen van je af en veel zaken komen nu voor je eigen rekening. Zo ook bij mij. Maar die zelfstandigheid betekende ook meer verantwoordelijkheid over mijn eigen leven. Veel tieners vinden dat heerlijk. En ik? Ik vond het doodeng! Wat moet ik nu allemaal gaan doen dan? Moet ik zelf vanalles gaan regelen? Moet ik zelf telefoontjes gaan plegen voortaan? Moet ik zelf bij mensen/bedrijven/organisaties langs? Poeh! Nouja wat moet dat moet.

Niet zo simpel als het lijkt

‘Wat moet dat moet!’ Zo gaat dat toch? Iets moet geregeld worden dus dan los je het op. Niet als je Tanja heet dus. Ik leek overal bang voor. Zonder overdrijven. Was ik nou echt zo’n watje?
Rond mijn 18e begon ik ook aan mijn vervolgopleiding. Ik ging de spw (sociaal pedagogisch werk) doen. Nieuwe uitdaging! Nieuwe school. Nieuwe alles. Nieuw…
Ik hou niet van ‘nieuw’. Nieuw betekent onbekend. En onbekend is nou net het probleem bij mij. Ik functioneer het beste in mijn vertrouwde omgeving, bij de mensen die ik al ken en met de taken die ik al jaren doe. De middelbare school, mijn veilige haven. Nu moet ik naar een nieuwe school. Ik wil niet. Echt niet. Maar ik moet wel. En wat moet dat moet. Ik heb uiteindelijk mijn diploma gehaald maar wel een niveau lager en dus 1 jaar langer erover gedaan.

De eerste barstjes

Bij een sociale fobie ben je geneigd alles te verhullen. Het is niet iets waar je voor uit wil komen. Ik heb dus een masker opgezet vanaf dat moment. Ik wist altijd heel mooi een glimlach op mijn gezicht te zetten. Jaren lang. Maar wanneer ik alleen was, op mijn slaapkamer, barstte ik in tranen uit en huilde net zo lang totdat ik weer even alles kwijt was. Ik vertelde het ook aan niemand verder. Zelfs mijn ouders niet. Alles opkroppen en doorgaan. Dat gaat een keer mis. Zo ook bij mij. Van de ‘eerste barstjes’ ging ik naar een complete depressie in 2010.
De huisarts was helaas niet mijn grootste vriend. Eentje van de oude stempel. Eén die vast heel goed is in zijn werk maar qua empathie niet echt de hoofdprijs wint. Ik ging naar hem voor een doorverwijzing naar een psycholoog. Maar de huisarts vond het toch maar onzin. Hij noemde het ook letterlijk een trend. Daar zit je dan als 23 jarige. Die al 5 jaar tegen zichzelf aan het vechten is maar het niet meer alleen kan.
Uiteindelijk, na een extreem rotgevoel rijker, gaf hij met veel tegenzin toch maar dat papiertje met een krabbeltje. Ik ben zowat de praktijkruimte uitgerend daarna. Omdat ik EN niet meer naar zijn hoofd wilde kijken EN omdat ik bang was dat hij mij dat papiertje alsnog af zou pakken. Toch erg eigenlijk? Als je je als patiënt zo moet voelen.

Hulp

Eindelijk kreeg ik hulp. En dit hielp mij fantastisch. Een hele tijd verstreek en ik voelde mij goed, heel erg goed zelfs. De zomer kwam er ook nog eens aan dus ik kon de hele wereld aan. Dacht ik. Zodoende gaf ik bij de psycholoog aan er alle vertrouwen in te hebben en sloten we alles af. Ik had de touwtjes in handen. Ik had allemaal tips en trucs geleerd en die zou ik allemaal gaan toepassen. En het ging ook een hele tijd goed. Maar niet goed genoeg. En na een mooie piek, van goed voelen, gehad te hebben zakte ik weer als een plumpuddinkje ineen. Ik begon mij weer te voelen als voorheen. Nee sterker nog ik voelde mij nog veel slechter nu. We zaten ondertussen in 2012 en bij iedereen om mij heen gingen de alarmbellen af. Ik deed nou ook geen moeite meer om het te verbergen. Had daar de energie niet voor. Dit kon zo niet langer.
Mijn psycholoog opnieuw ingeschakeld en die schrok er ook wel van. Het werd tijd voor drastische maatregelen. Ik kwam op een wachtlijst voor 2e lijns psychologische hulp. Om de tijd te overbruggen mocht ik mij wekelijks melden bij de praktijkondersteuner van de huisartsenpraktijk. Ik was overigens naar een andere huisartsenpraktijk overgestapt dankzij een vriendin (ook dat durfde ik niet zelf) en kreeg een huisarts die compleet het tegenovergestelde is van mijn vorige huisarts. Een briljant arts, met genoeg empathie en een complete rust over zich heen en dat ook overbrengt op zijn patiënten. Precies wat ik nodig heb dus.

Zon ging weer schijnen

Uiteindelijk kreeg ik de psychologische hulp die ik zo hard nodig had. En ongeveer rond dezelfde tijd leerde ik mijn man kennen. Of nouja, wij kenden elkaar al vanaf groep 3 van de basisschool maar we verloren ons gedurende 12 jaar uit het oog. (Maar dat is weer een ander verhaal).
Mijn man, toen nog vriend uiteraard, wist van al mijn problemen af, steunde mij waar hij kon en ging voor de volle 100% voor mij. Ondanks mijn rugzakje. En daar ben ik hem vandaag de dag nog dankbaar voor. Gedurende de afgelopen (bijna) 5 jaar hebben we samen geknokt. Hij hielp mij er doorheen. De zon ging weer schijnen, maar nu voor het echt. Zodoende kon ik in 2014 de therapie echt stoppen, vroeg hij mij in datzelfde jaar ten huwelijk, gingen we in juli 2015 trouwen en is oktober 2016 onze dochter geboren.

Tussen 4 muren

Hoewel ik nu steeds meer durf en doe leef ik nog teveel tussen de 4 muren. Ik heb enorme sprongen gemaakt maar ik besef mij ook dat mijn wereldje nog erg klein is. Kleiner dan ik zou willen maar ik durf nou eenmaal nog niet alles. En daar zal ik ook mee moeten leren leven. Ik heb 2x een depressie in de ogen gekeken. En 2x was ik er op tijd bij. Gelukkig maar. Het is een enorme overwinning dat ik nu al ruim 3 jaar veel beter in mijn vel zit. Ik hoop oprecht dat ik die 4 muren ook nog iets meer kan afbreken. Maar ik vermoed dat dat met de komst van Abby wel zal gebeuren. Zodra zij naar de peuterspeelzaal gaat en naar school dan opent dat weer wat meer deuren. Ik begin mij toch steeds vrijer te voelen en ik hoop dat dat het ook nog wat makkelijker gaat maken.

Abby en sociale angst

Hoe gaat dat? Hoe combineer je zo’n fobie met het moederschap? Met de nodige drempels in ieder geval. Er zijn genoeg momenten dat ik even heel diep moet zuchten om de zenuwen weg te krijgen. Je verzint zoiets toch ook niet? Zenuwen omdat je de huisarts of het consultatiebureau moet bellen. Wie is er nou bang om een telefoontje te plegen? Nou ik dus. Of nouja dat was ik ooit extreem. Nu gaat het steeds beter.
Abby is compleet afhankelijk van haar vader en van mij. Als haar vader werkt dan ben ik degene die er voor haar is. Ik ben degene die met haar naar afspraken moet, ik ben degene die telefoontjes voor haar moet plegen en ik ben degene waar zij dan op rekent.
Als ik met haar naar het ziekenhuis moet dan kan ik mij daar al een week van te voren druk om maken. Zenuwen gieren door mijn lijf. Maar ik moet wel. Maar waar ik eerder echt ziek van zoiets kon worden kan ik tegenwoordig beter relativeren en sneller weer rustig worden. Ik weet voor wie ik het doe. Voor dat kleine, mooie en vooral vrolijke meisje. Die overduidelijk van het leven geniet. En daarmee ook weer een mooi voorbeeld voor mama is. Als zij zo vrolijk is, ongeacht WAAR ze is of met wie zij dan ook contact maakt, dan leer ik daar ook weer van. Zij met haar 1 jaar, lekker sociaal en gezellig. Waarom zou mij dat niet lukken? Ook samen met haar ben ik een sterk team. Als mijn man niet thuis is moet ik het alleen doen. Samen met haar. En volgens mij gaat het ons best goed af.
I love being a mom! Ik ben zo dankbaar dat ik Abby’s mama ben. En voor haar mag zorgen. Zij maakt mij, net als haar vader jaren terug, eens zo sterk in mijn gevecht tegen deze fobie. En ik hoop dat ik andere mensen, wellicht moeders (to be), een hart onder de riem kan steken met mijn verhaal. Ik kwam van heel diep. Heb in alles ellende gezien en ook echt ellende gekend en ‘geleefd’. Maar kijk mij nu. Na regen komt zeker zonneschijn. Schakel hulp in als je je hierin herkent. Ik schaamde mij. Heb daardoor veel te lang gewacht. Bijna 4 jaar doorgelopen en het daardoor erger en erger gemaakt. Zo hoeft het niet te gaan. Ieder mens is het waard om zich kiplekker te voelen en een heerlijk leven te leiden.

]]>


Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *